Biodiversiteit

Initiatief "Herstel Heksenplas"

Het initiatief van de TCD dateert al uit het begin van de jaren negentig, toen we het zogenaamde "bos van Westerveld" in eigendom verkregen.
Na het verkrijgen van de milieuvergunning zijn eerst diverse activiteiten uitgevoerd ten behoeve van die vergunning. Het aanleggen van een geluidswal was hierbij het grootste project. Na afronding daarvan hebben we het oude idee de vennen op te schonen weer opgepakt.
Via Charlotte Krabben (landschapscoördinator bij de gemeente Hummelo en Keppel) werden we geattendeerd op de door de KNHM uitgeschreven prijsvraag en zijn tevens in contact gebracht met Hogeschool IJsselland in Deventer. 
Van het plan is door dr. Peter Laan (faculteit Chemie Milieu en Techniek) een afstudeeropdrcht gemaakt voor één van zijn studenten (Erwin Peters).
In het door Erwin Peters opgestelde plan van aanpak is uitgebreide informatie opgenomen over de ontstaansgeschiedenis van de Kruisbergse Bossen en de Heksenplas. Tevens is veel aandacht geschonken aan flora en fauna.

Plan "Herstel Heksenplas"  

Het rapport is als volgt samengevat:
".... Dit plan van aanpak heeft tot doel de vennen en omliggende bossen, genaamd de Heksenplas, in samenhang met de omgeving te verbeteren zodat de biodiversiteit in het gebied verhoogd wordt. Het initiatief van TCD past binnen het beleid van zowel Rijk, de provincie Gelderland als de gemeente Hummelo en Keppel. Het initiatief van TCD komt voort uit het feit dat de club de natuurwaarden van de omgeving waarin hun terrein ligt zeer goed inziet.


De Heksenplas ligt in de gemeente Hummelo en Keppel en maakt onderdeel uit van de Kruisbergse Bossen. Deze bossen liggen op een heuvelrug ten noorden van de Oude IJssel tussen Doetinchem en Laag Keppel. De Kruisbergse Bossen zijn te typeren als een relatief nat tot droog gemengd bosgebied met naald- en loofhout, hakhout, houtwallen en houtsingels afgewisseld met vennen en poelen, heischrale graslanden en landbouwgronden. 

In het verleden kwam zowel in de Heksenplas als in de Kruisbergse Bossen bijzondere flora en fauna voor. Zo kwamen er met name in de vennen bijzondere watervegetaties en amfibieën voor. Een deel hiervan is verdwenen. Het herstel van de Heksenplas moet een corridor vormen zodat de aanwezige soorten zich verder over het gebied kunnen verplaatsen en verdwenen soorten zich opnieuw kunnen vestigen. Als doelsoorten zijn de kamsalamander en knoflookpad gekozen. 

Van de kamsalamander zijn in de Heksenplas eieren en larven aangetroffen. De knoflookpad komt in de Heksenplas nog niet voor. Wel komt deze soort voor in andere vennen in de Kruisbergse bossen. 

Uit onderzoek is gebleken dat de potenties van de Heksenplas goed zijn. Toch zijn er een aantal knelpunten. Het merendeel van deze knelpunten heeft betrekking op de conditie waarin de vennen en de omliggende bossen verkeren. 

Zo blijken de vennen te zijn dichtgeslibd met een dikke laag organisch materiaal (voornamelijk bladeren). Hierdoor kan er zich geen goede watervegetatie ontwikkelen, die van belang is voor ei-afzetting en schuilplaatsen, en is het ven te voedselrijk. 

Ook is er veel opslag van begroeiing in en om het ven. Hierdoor komt er te weinig zonlicht in het ven. Ook dit belemmert een goede ontwikkeling van watervegetaties. 

Verder is het voor een goede ontwikkeling van eieren en larven van belang dat er voldoende water in de vennen staat. De Heksenplas echter staat in de zomer vaak droog. Om deze knelpunten op te lossen dienen een aantal maatregelen te worden genomen. 

Oplossen knelpunten

De maatregelen om de geconstateerde knelpunten op te lossen zijn:

  • uitbaggeren tot aan de leemlaag langs het huidige profiel
  • onderlinge verbindingen tussen de vennen uitdiepen
  • dunnen begroeiing bestaande uit bomen en struiken in en om de vennen (met name aan de zuidkant, zodat er voldoende lichtinval ontstaat)
  • dichten van duiker onder pad aan de zijde van het circuit, zodat water niet weg kan stromen

De uitvoering van het plan vindt plaats door samenwerking van diverse actoren. deze actoren zijn ook al bij het opstellen van het plan betrokken geweest. De verschillende actoren zijn:

  • TCD Hummelo
  • Het Geldersch Landschap
  • gemeente Hummelo en Keppel
  • Waterschap Rijn en IJssel
  • Milieuzorggebeid Hummelo en Keppel
  • Hogeschool IJsselland
  • stichting Servicecentrum Plattelandsontwikkeling Achterhoek

In overleg met de Charlotte Krabben (gemeente Hummelo en Keppel) zullen subsidies voor de financiering van de plannen aangevraagd worden. 
In 1999 is een subsidieaanvraag door de provincie Gelderland afgewezen, maar men was dermate enthousiast over het project, dat de gegevens doorgespeeld zijn naar de Bosgroep Gelderland. Deze stichting heeft het project "geadopteerd" en bij de staat in het najaar van 1999 subsidie aangevraagd. 
De Bosgroep Gelderland heeft na het toekennen van de subsidie het project verder gecoördineerd. In het december 2001 is opdracht aan de fa. Beeftink uit Vorden verstrekt.


Al met al natuurlijk een in de motorsportwereld uniek project wat mogelijk navolging in andere delen van het land kan krijgen. Via de KNMV-commissie ROM wordt landelijke publiciteit aan het project gegeven.